Inleiding
Het weerstandsvermogen betreft de mogelijkheid van de gemeente om financiële risico’s op te vangen. Zonder dat dit ten koste gaat van het bestaande beleid. Het weerstandsvermogen wordt uitgedrukt in een ratio. In deze paragraaf staat beschreven met welke risico’s wij te maken hebben. Ook worden de berekening en de analyse van het weerstandsvermogen beschreven. Net als de weerstandscapaciteit en de verplichte kengetallen.
Trends en ontwikkelingen
Om ons weerstandsvermogen te bepalen, is het noodzakelijk om inzicht te hebben in de financiële risico’s die wij lopen. Ook toekomstige financiële risico’s. Het is niet mogelijk de toekomst te voorspellen. Daarom maken we een inschatting op basis van trends en ontwikkelingen waar we als gemeente mee te maken hebben. Hierna volgt een toelichting op een aantal belangrijke risico's waar we nu en in de nabije toekomst mee te maken hebben. We hebben de risico's ingedeeld naar strategische, interne en externe risico's.
Strategische risico's
Een belangrijk thema dat in 2024 verder uitgewerkt dient te worden, is 'betaalbaarheid'.
Als gevolg van het huidige takenpakket, de noodzakelijke investeringen, de inflatie, de stijgende renten en de ambities uit het coalitieakkoord, laat het meerjarenperspectief voor de begrotingen voor 2026 en 2027 geen sluitend saldo zien.
De gemeentelijke financiën zijn momenteel onvoldoende voor het uitvoeren van het huidige takenpakket.
Dat de gemeentelijke financiën momenteel onvoldoende zijn om het huidige takenpakket uit te voeren, bemoeilijkt ook de ambities van het college op het realiseren van betaalbare woningen, duurzaamheid, maar ook het openhouden van voorzieningen.
In 2024 zal worden gewerkt aan een 'knoppenmodel' voor de raad waarin financiële effecten van een aantal beleidskeuzes zichtbaar zal worden gemaakt.
Ondertussen blijft de VNG gesprekken voeren met het Rijk over de bekostiging van gemeenten. De belangen van de gemeente Schagen worden hierin via de M50 behartigt.
Interne risico's
De organisatie is sinds 2021 in transitie; een ontwikkeling die een aantal jaren duurt en die zich ook in 2024 verder zal doorzetten. Om focus te houden heeft de directie 5 speerpunten benoemd waaraan de komende jaren wordt gewerkt.
1. Grip op grote projecten
2. Managementontwikkeling
3. Sturing op politieke dossiers / lange termijn planning
4. Ontwikkelagenda
5. Ontwikkeling 'Thuis in de gemeente Schagen'
Onze dienstverlening wordt uitgevoerd door mensen; zij vormen de belangrijkste kracht in de organisatie. De directie heeft niet alleen oog voor het vervullen van vacatures, maar ook het welzijn van de medewerkers. Door middel van managementontwikkeling (speerpunt 2) en de verdere uitwerking van het werkgeversmerk (speerpunt 5) ontwikkelen leidinggevenden en medewerkers met elkaar een nieuwe bedrijfscultuur waar aandacht voor elkaar is.
Zoals genoemd onder de strategische risico's zijn de beschikbare middelen beperkt en vraagt het focus om deze voor de juiste zaken in te zetten. Dit geldt ook voor de mensen die de werkzaamheden uitvoeren. Middels het derde speerpunt worden (politieke) ambities in een lange termijn planning gezet.
Op de ontwikkelagenda (speerpunt 4) komen onderwerpen die de bedrijfsvoering verder verstevigen. Hieronder valt de ontwikkeling van risicomanagement, verbetering van interne processen en control. Vanwege een aantal grote lopende projecten (waaronder Noorderlicht, Schagen Oost, Muggenburg Zuid, Waldervaart, Multitreffer, Groenoord) vraagt de directie meer grip en projectcontrol op deze projecten. Het gaat dan om het herijken van het instrumentarium, aangevuld met grip op de doorlooptijd en de financiën van het project (speerpunt 1).
Externe risico's
Ontwikkelingen Rijk
Zoals benoemd onder de strategische risico's vormt de wijze van financiering van het takenpakket het grootste risico.
Door de val van het kabinet in juli 2023 vindt de behandeling van wetsvoorstellen pas later plaats. Belangrijke beslissingen worden uitgesteld tot het aantreden van een nieuw kabinet. Bij het publiceren van deze begroting hebben de verkiezingen voor de Tweede Kamer nog niet plaatsgevonden. De uitkomst van de verkiezingen zal bepalend zijn voor de kabinetsformatie en het nieuw te vormen beleid.
Omgevingswet
De Omgevingswet treed per 1 januari 2024 in werking. Op dit moment is het lastig te zeggen welke impact dit gaat hebben op de dienstverlening. De verwachting is dat een groep vergunningen gaan aanvragen vóórdat de wetgeving ingaat. Een andere groep wacht juist de invoering af.
De invoering van de Omgevingswet is complex. Het betreft wetgeving die over verschillende disciplines binnen de gemeente gaat. Het risico bestaat dat de ondersteunende applicaties nog niet volledig zijn ingericht bij de invoering van de wet.
Tevens heeft de invoering van de Omgevingswet impact op de opbrengsten uit leges, omdat deze onder de Omgevingswet (deels) komen te vervallen. De technische toets verschuift van de gemeente naar de marktpartijen. Hierdoor mogen we dus minder leges in rekening brengen. Tevens is het onzeker over hoeveel tijd en kosten we kwijt zijn aan het behandelen van Buitenplanse omgevingsplantactiviteit (BOPA).
Gevolgen van de oorlog in Oekraïne
Ondanks dat Nederland niet betrokken is bij de oorlog in Oekraïne, merken we hier wel de gevolgen van deze oorlog.
In de eerste plaats zien we Oekraïners die (tijdelijk) op zoek zijn naar onderdak en verblijven bij gastgezinnen in de gemeente Schagen of inmiddels in tijdelijke woningen.
Daarnaast zijn de prijzen voor olie en gas als gevolg van de oorlog zo ver gestegen dat dit heeft geleid tot een energiecrisis waarbij mensen hun rekeningen voor gas en elektra niet meer kunnen betalen. De prijsstijgingen werken niet alleen door in andere grondstoffen en materialen, maar ook in voedingsmiddelen.
Beleid weerstandsvermogen, weerstandscapaciteit en risico's
Het weerstandsvermogen kan worden uitgedrukt als de verhouding tussen de weerstandscapaciteit en alle risico’s waarvoor geen maatregelen zijn getroffen en die van materiële betekenis kunnen zijn in relatie tot de financiële positie.
Het weerstandsvermogen is onder te verdelen in een incidenteel weerstandsvermogen voor het opvangen meer eenmalige risico’s en een structureel weerstandsvermogen voor het opvangen van meerjarige risico’s.
In de nota Vermogensbeheer, vastgesteld in december 2019, is opgenomen dat voor het incidenteel weerstandsvermogen gestreefd wordt naar een ratio van 1,5.
Aan de ratio weerstandsvermogen wordt de volgende betekenis gegeven:
Ratio weerstandsvermogen | Betekenis |
---|---|
2,0 < ratio | Uitstekend |
1,5 < ratio < 2,0 | Ruim voldoende |
1,0 < ratio < 1,5 | Voldoende |
0,8 < ratio < 1,0 | Onvoldoende |
ratio < 0,8 | Slecht |
Incidentele weerstandscapaciteit
De incidentele weerstandscapaciteit bestaat uit die reserves waar nog geen verplichting op rust of waarvan de besteding nog kan worden gewijzigd. Daarnaast wordt rekening gehouden met stille reserves.
In de begroting 2024 is rekening gehouden met de stille reserve die aanwezig is op gronden en gebouwen waarover de gemeente beschikt. De stille reserve waarmee wordt gerekend bedraagt € 16,9 miljoen (peildatum 31-12-2022).
De verwachte incidentele weerstandscapaciteit bedraagt per 1 januari 2024:
Stand algemene reserve per 31-12-2023: € 8.000.000 voor jaarrekeningresultaat 2023
Storting algemene reserve 2024: € 1.275.000
Stille reserve: € 16.900.000
Totaal: € 26.175.000
Inschatting van risico's
Wanneer een risico wordt onderkend, wordt een inschatting gemaakt van de kans dat het risico zich voordoet en de impact die het heeft.
Wij hanteren hiervoor de volgende normen.
Staffel | Kans |
---|---|
Hoog | 75% |
Midden | 50% |
Laag | 25% |
Extra Laag | 10% |
Garantievermogen | 1% |
Incidentele risico's
In onderstaand overzicht zijn de incidentele risico's gespecificeerd met een risico groter dan € 100.000. Andere risico's zijn samengevat onder de overige risico's.
Incidentele risico's | Strategisch / extern / intern | Kans | Impact € | Bedrag € |
---|---|---|---|---|
Indexatie onderhoud kapitaalgoederen | Extern | 10% | 18.500.000 | 1.850.000 |
Calamiteiten / ramp | Extern | 25% | 4.000.000 | 1.000.000 |
Kosten jeugdzorg niet gedekt door Rijk | Strategisch | 75% | 1.300.000 | 975.000 |
Overige risico's | 225.000 | |||
4.050.000 |
De incidentele risico's met de grootste financiële impact betreffen:
- In deze begroting zijn de kosten die gepaard gaan met het behalen c.q. behouden van een minimaal kwaliteitsniveau door dagelijks en cyclisch onderhoud van de openbare ruimte oplopend tot jaarlijks € 18,5 miljoen opgenomen. Naar verwachting zullen de prijzen van grondstoffen en diensten jaarlijks stijgen. Gezien de huidige inflatie is het risico dat de prijzen met 10% zullen stijgen.
- Risico's t.a.v. calamiteiten en rampen. Hier valt ook het risico op cybercriminaliteit onder. De inschatting dat cybercriminaliteit plaatsvindt wordt laag ingeschat, echter de financiële gevolgen en de impact op de dienstverlening zijn hoog.
- In deze begroting zijn de middelen uit de meicirculaire verwerkt die het Rijk beschikbaar heeft gesteld voor de jeugdzorgkosten. Ook zijn de kosten reëel begroot. Eerder hielden we in het meest slechte scenario rekening met € 1.300.000 hogere kosten. Ontwikkelingen laten zien dat de kosten voor jeugdzorg landelijk oplopen door meer jeugdigen die behandeld worden en tegelijkertijd tarieven die stijgen als gevolg van inflatie. De verwachting is dat extra kosten van de jeugdzorg niet meer gedekt zullen worden door het Rijk.
Ratio incidenteel weerstandsvermogen
Op basis van de beschikbare en de benodigde incidentele weerstandscapaciteit kan het weerstandsvermogen worden bepaald.
Totale incidentele weerstandscapaciteit | € 26.175.000 | |
---|---|---|
Totale incidentele risico’s | € 04.050.000 | = 6,5 |
De incidentele risico’s, afgezet tegen de beschikbare incidentele capaciteit, geven een ratio van 6,5. De streefwaarde o.b.v. de nota Vermogensbeheer (2019) bedraagt 1,5. De ratio ligt ruim boven de streefwaarde.
Wanneer de stille reserve niet tot de incidentele weerstandscapaciteit wordt gerekend, komt de ratio uit op 2,3. Dit ligt ook ruim boven de streefwaarde.
Structureel weerstandscapaciteit
De structurele weerstandscapaciteit bestaat uit de onbenutte belastingcapaciteit en de post onvoorzien. Voor de onbenutte ozb-capaciteit gaan wij uit van het verschil tussen het artikel-12-norm-tarief en het laatst vastgestelde tarief.
norm | tarief 2023* | verschil | |
ozb woningen | 0,1614 | 0,1095 | 0,0519 |
ozb niet woningen | 0,1614 | 0,2356 | -0,0742 |
ozb g niet woningen | 0,1614 | 0,1696 | -0,0082 |
* tarief 2024 nog niet bekend bij opstellen deze tabel, daarom tarief 2023 gebruikt
Wanneer in 2024 het artikel-12-norm-tarief in Schagen wordt geheven, levert dit een extra opbrengst op van € 2,4 miljoen (2022: € 3,3 miljoen).
De verwachte structurele weerstandscapaciteit bedraagt per 31 december 2023:
Onbenutte belastingcapaciteit: € 2.400.000
Post Onvoorzien: € 18.344
Totaal: € 2.418.344
Structurele risico's
In onderstaand overzicht zijn de structurele risico's gespecificeerd met een risico groter dan € 100.000.
Structurele risico's | Strategisch / extern / intern | Kans | Impact € | Bedrag € |
---|---|---|---|---|
Leningen aan derden | Extern | 10% | 7.828.000 | 782.800 |
Garantstellingen | Extern | 1% | 112.647.000 | 1.126.470 |
Herijking gemeentefonds | Extern | 25% | PM | PM |
Open einde regelingen | Strategisch | 50% | 300.000 | 150.000 |
2.059.270 |
De structurele risico's met de grootste financiële impact betreffen:
- Risico op oninbaarheid van leningen die aan derden verstrekt zijn;
- Risico op opeisbaarheid van afgegeven garanties;
- De open einde regelingen in het sociaal domein;
- Onzekere financiering vanaf 2027 vanuit het Rijk a.g.v. herijking van het gemeentefonds.
Ratio structureel weerstandsvermogen
Totale structurele weerstandscapaciteit | € 2.418.344 | |
---|---|---|
Totale structurele risico’s | € 2.059.270 | = 1,2 |
De structurele risico's afgezet tegen de beschikbare structurele capaciteit, geven een ratio van 1,2. De ratio ligt boven 1,0, wat wil zeggen dat er voldoende capaciteit aanwezig is wanneer alle structurele risico's zich tegelijkertijd voordoen.
Kengetallen
Kengetallen | Jaarrekening 2022 | Begroting 2024 | Begroting 2025 | Begroting 2026 | Begroting 2027 |
---|---|---|---|---|---|
Netto schuldquote | 22,80% | 46,67% | 39,23% | 38,95% | 33,61% |
Netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen | 27,56% | 51,00% | 43,78% | 43,73% | 38,41% |
De Solvabiliteitsratio | 47,07% | 36,96% | 40,98% | 40,53% | 43,11% |
Structurele exploitatieruimte | 8,73% | 2,83% | 2,09% | -5,89% | -8,67% |
Kengetal grondexploitatie | 1,75% | -3,48% | -2,89% | -3,37% | -2,98% |
Belastingcapaciteit | 117% | 117% | 117% | 117% | 117% |
Netto schuld per inwoner o.b.v. alle schulden | € 1.555 | € 2.623 | € 2.364 | € 2.344 | € 2.238 |
Netto schuld per inwoner o.b.v .langlopende schulden | € 1.089 | € 1.764 | € 1.696 | € 1.629 | € 1.561 |
Saldo van baten en lasten voor toevoegingen en onttrekkingen | -€ 9.992 | -€ 3.275 | -€ 3.583 | € 6.180 | € 6.659 |
van reserves als percentage van de inkomsten | 6,1% | 2,9% | 4,9% | -0,3% | 0,0% |
(inkomsten exlc. Bijdrage reserves) | |||||
onbenutte belastingcapaciteit ozb als percentage van de inkomsten | 2,34% | 1,55% | 0,00% | 0,00% | 0,00% |
Netto schuldquote
De netto schuldquote geeft inzicht in het niveau van de schuldenlast van de gemeente ten opzichte van de eigen middelen. Hoe lager het percentage, hoe beter. Door de lasten niet naar de toekomst te schuiven maar een bestemmingsreserve te vullen is de netto schuldquote ruim onder de 90% en valt geldt de minst risicovolle categorie. In de Nota vermogensbeleid Schagen is aangegeven dat de netto schuldquote voor ons 70% mag bedragen.
De solvabiliteitsratio
De solvabiliteitsratio geeft inzicht in de mate waarin de gemeente in staat is aan zijn financiële verplichtingen te voldoen. Hoe hoger dit percentage, hoe beter. Een percentage van rond de 50% is voldoende. Het percentage waar wij op uitkomen is lager. Daarnaast is de begroting niet sluitend voor de jaren 2026 en 2027.
Structurele exploitatieruimte
Het financiële kengetal structurele exploitatieruimte geeft aan hoe groot de structurele vrije ruimte binnen de vastgestelde begroting is. Hoe hoger dit percentage, hoe beter. Daarnaast geeft dit kengetal ook aan of de gemeente in staat is om structurele tegenvallers op te vangen. Ook geeft het aan of er nog ruimte is voor nieuw beleid. Het kengetal structurele exploitatieruimte laat een dalende ontwikkeling zien. Dit is verklaarbaar door daling van de Algemene uitkering vanaf 2026.
Kengetal grondexploitatie
Het financiële kengetal grondexploitatie geeft aan hoe groot de grondpositie is ten opzichte van de jaarlijkse baten. Oftewel de boekwaarde. Een norm bepalen voor dit kengetal is lastig. De boekwaarde van de gronden in bezit zegt namelijk nog niets over de relatie tussen de vraag en aanbod van woningbouw dan wel m2-bedrijventerrein. Maatwerk is hiervoor van toepassing. Hierbij kijken we naar hoeveel woningen of m2-bedrijventerrein zijn gepland, het type en op welke plek. Daarnaast is het van wezenlijk belang wat de te verwachte vraag zal zijn. Dit vraagt meer onderzoek dan naar voren komt uit het genoemde kengetal. De boekwaarde van de gronden geeft wel weer of een gemeente veel middelen heeft gestopt in haar grondexploitatie. Dit geld dient namelijk ook nog terugverdiend te worden. Om vorengenoemde redenen is geen norm verbonden aan het kengetal grondexploitatie.
Belastingcapaciteit
De belastingcapaciteit geeft inzicht hoe de belastingdruk in een gemeente zich verhoudt ten opzichte van het landelijk gemiddelde. Een percentage van 100% wil zeggen dat we op het landelijk gemiddelde zitten. Onze belastingdruk is dus hoger dan het landelijk gemiddelde.